Voor ons doen zijn wij vroeg – wat heet vroeg – opgestaan: half acht. De weersvoorspelling voor vandaag gaf een droge dag aan, dus wilden wij om acht uur vertrekken om een lekker eind te kunnen varen. Wij zagen een zeilboot (Winner 950) vanuit Gouda richting sluizen varen en zijn er snel achteraan gegaan. Wij werden nog geschut in de oude sluis. De nieuwe sluis leek wel klaar, maar stond op dubbel rood. Na de sluizen heeft Corry het ontbijt klaar gemaakt met een kopje thee. Behalve enkele containerschepen kwamen wij weinig scheepvaart tegen op de Hollandse IJssel.
Het viel ons op dat de Hollandse IJssel er beter uitzag dan vroeger. Veel oude scheepswerven en fabriekjes waren verdwenen en vaak waren er huizen of appartementen voor in de plaats gekomen. Bij Ouderkerk aan de IJssel misten wij de boot in de dijk. Daar stond nu een appartementen complex.
Wij waren net te laat bij de Algerasluis, althans, dat dachten wij, maar het licht ging bij aankomst op groen en de brug over de sluis werd geopend. Voor opening van 9.50 uur hadden er geen schepen zich gemeld, dus toen wij om 9.55 aankwamen varen, werd alsnog de brug geopend. Service van een vriendelijke brugwachter. Het laatste stuk over de IJssel hadden wij stroom tegen, de verder tocht hebben wij gelukkig steeds stroom mee gehad.
Bij de brug van Alblasserdam in de Noord moesten wij een klein uurtje wachten op de opening. Wij zagen de andere zeilboot het kanaaltje richting jachthaven invaren. Bij de klapbrug voor de jachthaven lag een ponton, waar net twee schepen konden liggen. Wij zijn er samen gaan liggen. Aan de kopse kant van het ponton was een bord opgehangen met veel tekst, maar dat was vanaf het water niet goed leesbaar door de kleine lettertjes. Vanaf het ponton moest je het bord op zijn kop lezen, wat best lastig was. Op het bord was te lezen, dat je, om hier te liggen, toestemming moest vragen bij het groene gebouwtje, dat naast de brug stond. De schipper van de Winner en ik zijn dus maar even naar boven gelopen. Daar stond een aardige man, die even daarvoor het bruggetje naar de jachthaven had bediend. Hij vertelde ons dat er wel vaker schepen gingen liggen om op de brugopening (van de grote brug) te wachten en dat het geen probleem was.
Via de Rietbaan zijn wij rustig naar Dordrecht gevaren. Ook daar moesten wij weer wachten voor de opening van de spoorbruggen. Er is een kleine wachtplaats tegenover de ingang van het Maartensgat, waar wij zijn gaan liggen. Er kwamen al snel meer zeilboten, die door de brug wilden.
Het was kwart over een dat wij er door konden. Vaak hijsen wij één of meer zeilen vanaf hier, maar dan moet de windrichting wel goed zijn. Vandaag was hij dus pal tegen. Later op het Hollands Diep was de wind iets gedraaid en nog steeds tegen. Het was ook niet meer dan windkracht 2, dus viel er ook hier niet te zeilen. Dan maar verder op de motor. Terwijl ik even een uiltje kon knappen, het was tenslotte vroeg opstaan geweest, heeft Corry de Frigga keurig langs de sportboeien gevaren. Opvallend was dat de meeste zeilboten de “grote” boeien aanhielden, hetgeen volgens mij niet verstandig is. Tussen de “grote” boeien en de sportboeien was de diepte meestal tussen de vier en zeven meter, diep zat dus en heb je geen last van de grote scheepvaart.
In de haven van Numansdorp kregen wij via de marifoon een plaats dicht bij de uitgang toegewezen. Hoewel de bewolking was toegenomen, werd het hier behoorlijk warm en gingen de nodige kledingstukken uit. Kort na zessen zijn wij het dorp ingelopen om bij de plaatselijke AH eten voor vanavond te halen. De hoofdstraat werd opnieuw bestraat. Het was verder uitgestorven, alleen de AH was open. Diverse winkels stonden leeg en ook de chinees was er niet meer.
Naast ons lag een opmerkelijke motorboot, niet alleen qua ontwerp, maar ook door de tekst die er op te lezen was. Ik wist niet dat Dehler ook motorboten had gemaakt.
Dit stond op de zijkant van de motorboot boven. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten